Op de rand van de peuk (D E F)Hoe het aanvoelt je goede voornemens voor het nieuw jaar werkelijk uit te voeren *M'n eerste sigaret rookte ik omdat ik een rebel wilde zijn, net als de Marlboro-man de vrijheid voelen in de open ruimte van het Wilde Westen. Eigenlijk was het helemaal geen sigaret die ik aanstak. Mijn instap in de afhankelijkheid was een lisdodde, ook ... of ... genoemd. Ik had hem uit het riet van het meer getrokken, met tabak gestopt en rookte die achter de rhododendrons in de tuin achter het huis van mijn ouders. Zelfs in het diep-provinciale Noordduitse dorp Pinneberg voelde ik nu de belofte van het avontuur, ondanks m'n hoesten. Het was eind van de tachtiger jaren. Al snel stapte ik over op Camel, daarna op West Lights. Daar stond ik in de rokershoek van het schoolplein en volgde dromend de rookwolken naar de verte. Ik was nu een trotse roker. Op maningen reageerde ik koppig. Mijn familie smeekte, vrienden drongen aan. Toen ik als studente in de USA was werd ik door wildvreemde mensen aangesproken die vroegen of het niet tijd was te stoppen. Tot op de dag van vandaag kan ik missionarische Amerikanen niet uitstaan. Ich rookte veel en ik rookte graag. Ik hield van deze pauses, dit korte loskoppelen van de dagelijkse sleur, het gevoel met afstand boven de dingen te zweven. Alles deelde ik met de sigaret: geluk, ongeluk, vreugde, nervositeit, werk, genot. De sigaret was een deel van m'n leven. Ik bedacht troetelnaampjes: siggie, flippie, lolly, lontje. Ik stond 's nachts voor haar op en 's ochtends was ze mijn eerste gedachte. De meeste mensen kenden me niet zonder dit ding in m'n gezicht. Gele tanden of stinkende vingers had ik nooit. Daar zorgde ik voor. Toen ben ik gestopt. Ik moet deze zin nog een keer schrijven, zó gelukkig ben ik over deze zin: TOEN BEN IK GESTOPT. Omdat ik de angst voor ziekte, lijden en de dood niet langer kon verdragen. Omdat de verslaving me gek maakte, dit "Ik kan niet zonder nicotine", hoewel het "Ik ga er kapot aan" heten moet. Hoe? Gewoon zomaar. Het gebeurde in de oudejaarsnacht twee jaar geleden. Ik was er niet op voorbereid. Ik geloofde er niets eens aan. Kort voor middernacht aan de Spree in Berlijn - in de verte schitterden de eerste raketten - knipte ik de laatste sigaret in de rivier. Het was heel gemakkelijk want ik wist dat ik uiterlijk over drie dagen weer zwak zou worden, weer zou gaan paffen. Maar deze keer was het anders als bij de voorgaande pogingen: toen het grote rook-stop voorbeeld Allen Carr aan longkanker gestorven was en ik elke zin in zijn boek twee onderstreepte en desondanks niet kon stoppen. Toen ik een acupunctiebehandeling nam, therapie en hypnose. Deze keer, het duurt deze keer tot nu toe.
Dat ik meer kilo's aangekomen ben dan ik vroeger sigaretten per dag rookte, omdat ik de ene verslaving door een andere vervangen heb, dat zegt me m'n app niet. Dat vertelt me m'n spiegelbeeld. Toch ben ik trots op mijn rookstop, hoewel ik weet dat mijn overwinning misschien slechts tijdelijk is. Ik ben nog niet aan de wal. Tot op de dag van vandaag hou ik van de geur van tabak en ik vraag rokers soms, in mijn richting te roken. Het verlangen naar het oude leven ís er. Het maakt me niet blij. Maar het tegendeel beweren zou gelogen zijn. Tot nu toe ben ik dus - hoewel ik niet meer rook - een roker, een drooggelegde roker zogezegd.
Mijn bijdrages beginnen met: "Ik ben Fiona en ik ben nikotineverslaafd." Dat is een harde stelling, maar het klopt. Ik voer een leven op de rand van de peuk. Ik kan het evenwicht alleen bewaren met de hulp van lotgenoten. Soms vraag ik me af waarom er niet meer groepen zijn als die van ons. In Duitland leven zo'n geschatte 20 miljoen rokers, maar er is maar een handvol van zulke groepen. Onlangs zei ik: "Ik ben Fiona en ik ben nicotineverslaafd. Als ik tegen alle verwachting in oeroud word, ga ik weer roken." De laatste ademtocht met een peuk. Het klinkt krankzinnig maar ik verheug me er nu al op.
Hartelijk dank aan Fiona Ehlers, voor dit verslag!
Zij beschrijft wat de sigarettenfirma's heel goed weten maar wat de autoriteiten niet (willen?) begrijpen: Kinderen beginnen te roken door de reclame, het slechte voorbeeld en als puberteitsreactie tegen de autoriteit der ouders. *Copyright auteursrecht: Homestory DER SPIEGEL 1/2005 - Gesellschaft S. 58 Article and image reproduced for scientific purposes only, without commercial interest. Art images by unknown artists, downloaded years ago from the internet. |